Wijziging Wetgeving Rolrechten
Op 1 februari 2019 trad de Wet tot wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen in werking. Wat verandert er voor u als schuldeiser?
Eén van de belangrijkste wijzigingen van deze wet betreft de verschuldiging van de rolrechten. De rolrechten dienen namelijk niet meer vooraf betaald te worden door de Verzoekende Partij maar door FOD Financiën. Deze Rolrechten worden dan ook voor de dagvaardingen na 1 februari 2019 pas opeisbaar op het moment van de eindbeslissing van de rechter. Het is de rechter/raadsman die op het einde van de procedure in zijn vonnis/arrest beslist wie de rolrechten verschuldigd is, zijnde de ‘in het ongelijk gestelde partij’. Indien elke partij voor een deel in het ongelijk is gesteld, dan kan de rechter beslissen wie welk deel van het rolrecht zal betalen.
Wat betekent dit concreet voor u?
De vooraf financiering door FOD Financiën an sich heeft voor u geen impact gezien de rolrechten op heden tevens niet door u vooraf gefinancierd werden.
De grootste wijziging voor u betreft het geval wanneer een vonnis/arrest in uw nadeel gewezen/geveld wordt of in het geval dat uw cliënt betaalt alvorens een vonnis/arrest gewezen/geveld werd.
In het geval dat een negatief vonnis/arrest gewezen/geveld wordt, komen de rolrechten ter uwe laste. Dit betekent dat u de rolrechten niet meer aan Intrum (gerechtsdeurwaarder van Intrum) dient te betalen, doch rechtstreeks aan FOD Financiën die de pré-financiering voorzien heeft.
Ook in het geval dat hoger beroep aangetekend wordt, dienen deze rolrechten betaald te worden gezien zij meteen opeisbaar zijn vanaf de datum van het vonnis. In principe zijn vonnissen uitvoerbaar bij voorraad, maar de rechter kan beslissen om dit uit te sluiten. Het is dan ook van belang om de Rolrechten tijdig te betalen gezien het aangevochten vonnis uitvoerbaar bij voorraad kan worden, wanneer deze rolrechten door u niet betaald worden binnen een termijn van 3 maanden die begint te lopen vanaf de beroepsakte.
In het geval dat uw cliënt de schuldvordering betaalt alvorens een vonnis/arrest gewezen/geveld werd, dan wordt de zaak op de rol doorhaald en dient conform art 3 §2 van de betreffende wet, de rolrechten opeisbaar ten laste van de partij die zaak op de rol heeft doen stellen, zijnde de schuldeiser. Bijgevolg zal FOD Financiën deze rolrechten bij u opeisen. In dit opzicht zal Intrum en haar gerechtsdeurwaardersnetwerk erop toezien dat de Rolrechten betaald worden door uw cliënt alvorens de zaak te doen schrappen. Zodoende kan u met deze rolrechten FOD Financiën betalen en niet met eigen middelen. In het geval dat de schuldvordering betaald wordt door uw cliënt, doch de vordering van rolrechten openstaand blijft, zal de zaak verder gezet worden en zal de zaak onder geen beding geschrapt worden op de rol.